Houd de controle! Het belang van gecontroleerde beweging.

Wanneer je een paard hebt met een blessure, dan krijg je vrijwel altijd het advies mee: gecontroleerd laten bewegen. Maar waarom is dit nou zo belangrijk? En is het niet zielig dat een paard niet naar buiten mag? En hoe houd je je paard rustig tijdens deze periode? In deze blog gaan we daar verder op in.

Bij een blessure is er weefselschade ontstaan. Dit weefsel moet zich herstellen en die fase verloopt bij vrijwel alle weefsels volgens eenzelfde patroon (in een volgende blog zullen we hier dieper op ingaan). Belangrijk is dat er op een gegeven moment herstelweefsel ontstaat: littekenweefsel (zoals bij pezen en ligamenten) of nieuw, origineel weefsel (zoals bij botten).

Onafhankelijk van het type weefsel is het herstelweefsel in het begin nog niet van dezelfde kwaliteit als het origineel. Het fragiele weefsel kan snel opnieuw beschadigen wanneer er onverwachte en grote krachten op komen te staan. Daarnaast leiden te grote krachten op herstellend weefsel tot herstelweefsel van onvoldoende kwaliteit en onvoldoende kracht.

Helemaal geen belasting is ook niet goed voor herstelweefsel. Het moet zich immers aan gaan passen aan de toekomstige functie, het moet zich in de juiste richting schikken en zich aan de belasting aan gaan passen.
Oftewel: geen belasting is niet goed en teveel belasting is ook niet goed. Het compromis? Gecontroleerde beweging.

Met gecontroleerde beweging bedoelen we dat het paard zich beweegt op een gecontroleerde manier, bijvoorbeeld met stappen aan de hand, stappen onder het zadel, stappen op een loopband of stappen in een aquatrainer. Belangrijk is dat de eigenaar of therapeut de controle kan houden. Naast de gecontroleerde beweging moet het paard boxrust houden. Zorg hierbij overigens voor voldoende ventilatie en een goede bodembedekking. Ook is het belangrijk dat paarden continu ruwvoer tot hun beschikking hebben, eventueel via een slow-feeder.

Wanneer een paard zelf mag beslissen hoe het zich beweegt (bijvoorbeeld in een paddock of weiland), dan leidt dit vaak tot sprintjes, glijpartijen, korte draaien en slidingstops. Een paard is een vluchtdier en zal, als gevolg van adrenaline, dwars door pijn heen lopen wanneer er een externe prikkel is. Een opvliegende eend uit de sloot kan zo leiden tot een opnieuw geblesseerd paard, in sommige gevallen zelfs nog ernstiger geblesseerd.

De hoeveelheid van gecontroleerde beweging is onder andere afhankelijk van het weefsel dat geblesseerd is en de ernst van de blessure. Het is hiervoor belangrijk om een juiste diagnose te hebben en een volledige diagnose. Sommige paarden hebben meerdere problemen (meerdere benen of been- en rugproblemen). Wanneer het plaatje zoveel mogelijk compleet is, kan de revalidatie daar zo goed mogelijk op aangepast worden.

Paarden blijken zich erg goed aan te passen aan boxrust. Uit onderzoek (Houpt et al: The effect of exercise deprivation on the behavior and physiology of straight stall confined pregnant mares Anim Welf 2001;10:257-67) is gebleken dat er geen verschil was in gedrag op stal tussen paarden die dagelijks buiten kwamen en paarden die slechts één maal per 14 dagen buiten kwamen. Natuurlijk is het wel van belang dat een paard met stalrust niet alleen achter blijft, dit zal leiden tot stress en onrust.

Gecontroleerd bewegen is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. De eerste weken gaat het vaak nog goed, maar op den duur worden veel paarden te fris om nog rustig aan de hand te kunnen stappen. Hierbij een aantal tips om het zo gecontroleerd mogelijk te houden:

  1. Voer niet teveel energie. Paarden die weinig werken hebben genoeg aan goede kwaliteit ruwvoer met eventueel een vitamine/mineralen supplement. Krachtvoer geeft onnodig veel energie. Wanneer er weer zwaarder gewerkt gaat worden, kan er bijgevoerd worden.
  2. Ga op rustige momenten stappen. Probeer in te schatten wanneer het bij jou op stal het rustigst is en gebruik deze momenten om je paard te stappen.
  3. Gebruik een hoofdstel of speciaal trainingshalster. Hiermee kun je meer invloed uitoefenen.
  4. Houd je paard ‘aan het werk’ tijdens het stappen. Vraag regelmatig overgangen (stap-halt, harder/ zachter stappen) en laat je paard af en toe achterwaarts stappen. Op deze manier zorg je ervoor dat je paard meer op jou gericht is en dat zijn lichaam meer aan de gang blijft.
  5. Zet je paard bij tijden het stappen. Een simpele bijzet met longeersingel of een ‘Concord leader’ kunnen een groot effect hebben op de controle over je paard. Daarnaast houd je de bovenlijn op een juiste manier aan het werk.
  6. Wanneer je je paard onder het zadel stapt, kun je deze vaak beter aan het werk houden en meer controleren. Dit verschilt echter wel per paard. Houdt er ook rekening mee dat het niet bij alle blessures mogelijk is om in het begin al onder het zadel te stappen.
  7. Sedatie kan helpen om je paard wat rustiger te houden. Er zijn meerdere vormen van sedatie op de markt, die ook door een eigenaar toe te dienen zijn. De meeste sedatiemiddelen kunnen veilig gebruikt worden op de lange termijn.
  8. Blijft je paard ondanks deze tips nog niet rustig met stappen? Wanneer ze stappen op een loopband of aquatrainer kunnen de meeste paarden hun energie op een goede manier kwijt. Informeer of er een centrum bij jou in de buurt is die deze faciliteiten heeft.

Bij Sport Horse Health Plan maken we van alle bovenstaande tips wel eens gebruik. Het verschilt per paard en per blessure wat het beste werkt. Wil je meer informatie hierover of heb je een andere vraag over revalidatie? Neem dan vooral contact met ons op!

img_8509