Hieronder een interview met Morgan voor Equnews.nl, gepubliceerd op 14-06-2018
Amazone Morgan Lashley: dierenarts met een andere aanpak
Morgan Lashley groeide op in een gezin waar paarden heel gewoon waren. Haar moeder werkte in haar jeugd op stal bij de internationale springlegende Anton Ebben in het Gooi en de paarden stonden thuis in Molenaarsgraaf. “Toen wij geboren werden, is ze gestopt met haar pensionstal. Mijn broer Franklin reed ook, vrij hoog in de dressuur zelfs, maar mijn zus vond er geen klap aan. We begonnen op de manege en ik kreeg al vrij snel mijn eigen pony. Voor de begeleiding zijn we naar Tim Coomans gegaan, in Oud-Beijerland heb ik een hele tijd op stal gestaan en les gehad, dat was in de tijd dat Steffie bij de junioren reed, zeg maar begin jaren ’90.”
Morgan reed de pony van haar broer naar het Z2, er kwam van een eigenaar nog een pony bij waarmee ze ook internationaal reed en er kwam via Tim Coomans een jong paard: “De dagen bestonden toen uit school en stal, zeg maar. Dat eigen paard was een hengst, een Darwin X Zebulon, waarmee ik in het a-kader bij de junioren kwam. En ik kreeg van Renske Quellhorst haar jonge Pele te rijden. Omdat Inge Coenen uitviel, mocht ik in 2000 met dat paard mee met het team naar het EK in Lipica. Zilver wonnen we en ik werd zelf negende, met Francis Verbeek als bondscoach en Mara de Bel als chef d’equipe. Een heel leuke ervaring, samen met Thamar Zweistra, Dominique Filion en Danielle van Aalderen.”
Het was ook het jaar van het eindexamen gymnasium en Morgan wilde graag diergeneeskunde studeren. Broer Franklin was al twee keer uitgeloot en ging naar Gent maar Morgan had geluk: ze mocht meteen beginnen. “In het begin heb ik nog geprobeerd om de sport met de studie te combineren maar dat lukte me niet. Omdat ik in een kader zat, mocht ik via Utrecht Topsport mijn studie een jaar stilleggen en in dat jaar heb ik intern gezeten bij Johan Rockx in Essen.Met mijn eigen paard zat ik toen in het B-kader. En ik heb Tango van Johan nog gereden. Aan het einde van mijn young riders-periode is mijn paard naar Zuid-Afrika verkocht. Hij was hier tot de derde bezichtiging gekomen als driejarige, daar werd hij goedgekeurd voor de dekdienst. En hij heeft er ook Grand Prix gelopen en voor veel nakomelingen gezorgd.”
Met de studie ging het intussen voortvarend: “In mijn laatste jaar had ik wachttijd voordat ik aan mijn co-schappen mocht beginnen en in die tijd ben ik stage gaan lopen in Zuid-Afrika bij een dierenartsenpraktijk. Die deden vooral renpaarden, dat was mooi om mee te maken, in Nederland bestaat dat nauwelijks. En daarna heb ik drie maanden in Amerika stage gelopen bij Hilary Clayton, de bekende dierenarts. Het boeide me hoe zij het aanpakte. In de dressuurwereld gaat het best veel om het gevoel, en veel minder om keihard te bewijzen feiten. Zij toonde rijtechnische dingen aan, ze vertelde wat er eigenlijk echt gebeurde, en ik wilde graag aan die onderzoeken meewerken! Ik ben er drie maanden geweest en heb meegewerkt aan een onderzoek naar de hoofd-hals-houding bij dressuurpaarden aan de hand van opnamen van de Olympische Spelen in 1992. In 2008 hebben we in Den Bosch opnieuw video-opnamen gemaakt, bij de wereldbekerfinale. En dat materiaal vergeleken met de eerdere opnamen. Wat bleek: de hoofd-halshouding was veranderd, met name in de passage/piaffe. In Den Bosch liepen de paarden meer achter de loodlijn. In de piaffe was er zelfs een omgekeerde correlatie met de prestatie te zien. De FEI-regels geven een omschrijving van de houding maar mijn gevoel was dat dat leek te veranderen. Het was mijn nieuwsgierigheid, ook ingegeven door mijn eigen rij-ervaring. Het zou interessant zijn om dat nu weer eens te meten.”
Voor de laatste stage kwam Morgan terecht in Egypte bij het Brooke Hospital for Animals: “Interessant om die kant van de diergeneeskunde te kunnen zien, een absolute kans. Daar is alles compleet anders, daar gaat het bij families om overleven: een paard of ezel moet presteren. Vanuit de diergeneeskunde zie je daar aandoeningen die je in Europa niet ziet. Best wel heftig. Ezels met hondsdolheid, en ik heb een influenza-uitbraak meegemaakt, ze vaccineren daar in principe niet. Als je dan in Nederland weleens discussies hoort over vaccineren: ik heb gezien wat een uitbraak kan aanrichten, paarden die met bosjes omvallen, dat wil je niet meemaken.”
Morgan Lashley heeft ervoor gekozen om specialist te zijn: “Als ik iets doe, wil ik het ook goed doen. Nu wordt voor revalidatie vaak mijn expertise ingeroepen, waarbij ook mijn achtergrond in de sport heel goed van pas komt. Zo werk ik samen met klinieken als De Raaphorst, Bodegraven, Lingehoeve, Emmeloord, SMDC of de Faculteit. En ik ben elke maand twee dagen in Zweden, waar ze patiënten voor die dagen verzamelen. Daar heeft een verzekeringsmaatschappij een actie opgezet voor de bewustwording rond kreupelheden. Zo’n 5000 paarden moeten daar per jaar uitgekeerd worden, dat kan veel minder. . Vaak gaat het om het management van de ruiter, vooral ook bij paarden die geen blessure hebben. En het is absoluut een uitdaging om tradities en vastgeroeste meningen over de paardenhouderij om te buigen. Mensen grijpen heel snel terug op wat ze vroeger geleerd hebben, die discussies heb ik best wel. Iemand bij voorbeeld die zeker wist dat zijn paarden ’s nachts niet aten. Dat soort dingen.”
De gedreven Morgan Lashley praat graag over haar vak, in lezingen, voor volle tribunes of in de diepte ook met collega’s. Of met haar familie: “Mijn broer Franklin is dierenarts, mijn zus is gynaecoloog geworden. Maar ja, haar partner is ook weer dierenarts. Mijn vader leeft niet meer maar mijn moeder maakt het allemaal mee, die vindt het geweldig, ook natuurlijk omdat zij de paardenwereld zo goed kent.”